Recensie Nieuwsbrief Stichting Herinnering LO-LKP: Ondergronds in de Tweede Wereldoorlog

Recensie in de Nieuwsbrief Stichting Herinnering LO-LKP
Juni 2019
Door: Drs. S.E. Scheepstra, voorzitter Stichting Herinnering LO-LKP, tevens dochter van Liepke Scheepstra, landelijk leider van LKP.

Een nieuw boek van José Huurdeman, Ondergronds in de Tweede Wereldoorlog.

Enige tijd geleden vroeg José Huurdeman mij aanvullende informatie over Hannie van den Hengel (in LO-LKP-kring beter bekend als Petertje). Petertje was degene die zich op 11 juni 1944 (nu 75 jaar geleden dus) samen met Johannes ter Horst als “domineesechtpaar” aandiende bij de directeur van het Huis van Bewaring in Arnhem. Eenmaal binnen verschaften zij ook andere KP-ers toegang en gezamenlijk realiseerden zij de grootste bevrijdingsacties uit de geschiedenis van WO2 in Nederland: 54 mensen herkregen op die zonnige zondagochtend de vrijheid. Zonder dat daarbij ook maar een schot werd gelost, zelfs represailles bleven achterwege.

De vraag van José hield verband met een boek waaraan zij werkte en dat recentelijk verscheen. De volledige titel daarvan luidt:
Ondergronds in de Tweede Wereldoorlog. Verhalen uit de Gelderse Vallei, Veluwe en de Krimpenerwaard.
Verbindende schakel in dit geheel is dat het gaat over mensen die uit Leusden afkomstig of daar actief waren. Bijzondere aandacht gaat uit naar Hannie/Petertje en vier Karels: een gemeenteambtenaar, een burgemeester, een boer, en een leider van de landelijke verzetsorganisatie Raad van Verzet. Dit kan de indruk wekken dat het boek alleen over deze vijf mensen gaat maar zo is het niet, want over nog veel meer mensen wordt informatie  verstrekt, terwijl tal van onderwerpen van “algemene aard” worden belicht in informatieve kaders die de doorlopende tekst larderen, en daarmee het boek een veel bredere relevantie verlenen.

De eerste Karel is Karel Brouwer. Als ambtenaar op het gemeentehuis bedacht hij een systeem voor het vervaardigen van valse persoonsbewijzen en voor de tweede distributiestamkaart. Het systeem werd elders overgenomen en verschafte velen een tweede identiteit die hen het leven redde. De informatieve kaders beschrijven in dit verband welke documenten dit zijn, wanneer-door wiewaarom ze werden ingevoerd en wat de gevolgen daarvan waren.

De tweede Karel is jonkheer mr. J.K.H. de Beaufort, de burgemeester van Leusden die in functie bleef en daarmee voorkwam dat minder welwillenden zijn taken zouden overnemen. Helder wordt beschreven welke dilemma’s, complicaties en problemen aan deze keus verbonden waren, ook voor anderen in vergelijkbare omstandigheden.

De derde Karel is Karel van Ginkel, een boer die vanaf het eerste begin aan joden onderdak verleende en allengs diep betrokken raakte bij tal van vormen van verzet. In dat verband wordt onder meer geschetst hoe de bezetter op sluipende wijze anti-joodse maatregelen doorvoerde en de slachtoffers steeds verder in het nauw bracht. Van Ginkel kwam in contact met “Karel Grootegast”, een van de schuilnamen van Jan Thijssen, de vierde Karel uit dit boek. Deze schakelde hem in bij zijn radiodienst. Thijssen ontwierp het verbindingsnetwerk voor de Radiodienst van de Ordedienst. Deze OD was gericht op het handhaven van de orde na de bevrijding. Thijssen wilde daar niet op wachten, hij initieerde de Raad van Verzet voor het plegen van verzet tijdens de bezetting en stelde zijn radionetwerk in dienst daarvan. Zo begon in voorjaar 1943 verzetsorganisatie RVV, die zich vooral richtte op het verzamelen van strategische gegevens m.b.t. de bezetting, het doorzenden daarvan aan Londen en op communicatie t.b.v. droppings. Daarnaast werden overvallen, sabotages en andere verzetsactiviteiten gepleegd. Informatie over vanuit Leusden bediende zenders, de risico’s die eraan verbonden waren en de ingrijpende gevolgen die dat heeft gehad krijgen terecht goede aandacht in dit boek. In dat kader lezen we niet alleen over droppings (waaraan Karel van Ginkel leiding gaf) en hoe vaak-en-waar ze plaatsvonden, maar ook over (bijv.) Radio Oranje, het systeem van slagzinnen, codenamen, seinlampen en de eisen waaraan een afwerpterrein zoal moest voldoen.

Ook Hannie/Petertje Markenstein-van den Hengel was uit Leusden afkomstig. Als medewerker van Jan Thijssen was zij op diverse plaatsen in het land intensief betrokken bij het plegen van gewapend verzet, zowel in RVV alsook in LKP-verband.

Behalve deze mensen beschrijft Huurdeman veel anderen met wie zij in contact stonden. Al deze namen staan vermeld in een overzichtelijk persoonsregister dat maar liefst 23 bladzijden omvat. 14 Aan het slot van elk hoofdstuk worden van degenen die niet overleefden respectvol personalia en wijze van overlijden vermeld. Velen werden via Apeldoorn en/of Amersfoort naar Neuengamme vervoerd en ook over deze locaties, en over wat er gebeurde, wordt informatie verstrekt.

Al deze gegevens brengen met zich mee dat dit boek het regionale belang ver overstijgt en m.b.t. de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog een welhaast encyclopedische functie vervullen kan. Dit laatste aspect kan nog worden versterkt als aan een (m.i. te verwachten) herdruk een overzicht van de onderwerpen uit de informatieve kaders (met pagina-nrs.) werd toegevoegd, waarmee zulke elementaire gegevens naderhand gemakkelijker weer terug te vinden zouden zijn.

Het boek telt 464 pagina’s, is op passende wijze geïllustreerd met talrijke foto’s en documenten, en bevat een goed verzorgde literatuurlijst en bronvermeldingen.

Deze publicatie bevat indrukwekkende geschiedenissen waarvan littekens nog altijd pijnlijk voelbaar zijn. Die verhalen zijn nu vervat in een prachtige uitgave, waarvoor allereerst de auteur, maar daarnaast ook vormgever Studio Herder en uitgever Historische Kring Leusden een welgemeend compliment verdienen.

Joke Scheepstra

José Huurdeman, Ondergronds in de Tweede Wereldoorlog. Verhalen uit de Gelderse Vallei, Veluwe en Krimpenerwaard, Historische Kring Leusden, 2019, 464 pags
ISBN 978-90-829698-0-1. www.historieleusden.nl , E 19,95

Proudly powered by WordPress | Theme: Baskerville 2 by Anders Noren.

Up ↑