Karel en Rita bezochten op een zomerse avond in augustus 1942 Rita’s ouders die boven de herensociëteit Concordia aan de Langestraat 113 in Amersfoort woonden. Het was al donker toen de Joodse overbuurman Hein Cohen in paniek aanbelde. De familie Cohen, vrienden van de ouders van Rita, exploiteerde een brood- en banketbakkerij annex cafetaria aan de Langestraat in Amersfoort. Hein Cohen vertelde dat zij bericht hadden gekregen dat ze de volgende ochtend naar Amsterdam moesten vertrekken. Karel en Rita besloten meteen te helpen en namen de hele familie nog dezelfde avond mee naar hun huis in Hamersveld. De familie Cohen bestond uit vier volwassenen en twee kinderen.
Hein Cohen en zijn vrouw Lena Cohen-ten Bosch met hun twee kinderen Berthie en Menno, alsmede de ouders van Lena: Isaac ten Bosch en Bertha ten Bosch-Cohen.
Toen Karel en Rita die avond in augustus 1942 de Joodse familie Cohen in huis opnamen, werd De Mijlpaal een mijlpaal in het leven van deze familie. De Mijlpaal zou dat daarna nog voor vele andere vluchtelingen worden.
(…)
Karel Brouwer regelde voor de familie Cohen originele persoonsbewijzen, voorzien van hun eigen pasfoto en vingerafdruk maar verder met verzonnen gegevens. Hein en Lena Cohen-ten Bosch werden Jan Teunis Bos en Johanna Bos-Berg. Hun kinderen Berthie en Menno werden Bettie en Jantje Bos. Met deze nieuwe identiteit gingen ze niet langer als Jood door het leven.
Als echtpaar Bos-Berg vertrokken zij na een paar weken naar kennissen in Aalten in de Achterhoek. Hun kinderen werden in eerste instantie bij familie in Amersfoort en later bij vrienden in Hoogland ondergebracht om uiteindelijk weer met hun ouders te worden herenigd. In de Achterhoek konden ze zich dankzij hun persoonsbewijzen als familie Bos vrij bewegen en zijn ze de bezetting goed doorgekomen. Via Hein Cohen kreeg Brouwer contacten in de Achterhoek, waar weer onderduikadressen uit voortkwamen. Hein Cohen hielp als Jan Teunis Bos geregeld onderduikers aan een opvangplek.