Fragment Hannie van den Hengel

In juni 1944 was Hannie, die nu de naam Petertje droeg, betrokken bij de opzienbarende bevrijding van 54 verzetsmensen uit het Huis van Bewaring in Arnhem, waarin zij de rol van domineesvrouw speelde. Deze actie zou worden uitgevoerd door leden van KP-Oost. Het werd, zo zou later blijken, de grootste bevrijdingsactie van het verzet ooit.
(…)

Uiteindelijk werd besloten het op klaarlichte dag te proberen, en wel op zondag tussen de middag omdat er dan minder bewaking was. Bij de vorige poging was overwogen om de ‘dominee’ te laten vergezellen door een als vrouw verklede KP-er die dan voor zijn echtgenote door moest gaan. Daar werd van afgezien omdat het gevaar van voortijdige ontdekking er groter door werd. Maar nu vroeg Theo Dobbe, die van de plannen hoorde, aan Scheepstra of hij misschien de medewerking van een vrouw gebruiken kon die bovendien goed kon schieten?
Zo kwam dominee Rademakers aan zijn vrouw: Petertje. De toen 21-jarige Petertje had van Dobbe de opdracht gekregen zich die ochtend bij ene Bob te melden om van hem nadere instructies te ontvangen. Zij kende niemand van die verzetsgroep, maar deed toch mee.

Op zondagochtend 11 juni 1944 zo tegen 12.00 uur liep het ‘domineesechtpaar Rademakers’ rustig en gearmd richting de directeurswoning. De r.k.-kerk in de buurt ging uit en de KP-leden die in de nabijheid klaarstonden, vielen tussen de kerkgangers niet op. De dominee belde aan. Op dat moment ontdekte Petertje dat haar metgezel haar pistool nog had. Tijdens de overhandiging viel het pistool. Snel griste Petertje het van de straat en
stopte het weg onder haar kleding. Nauwelijks stond ze rechtop of de deur ging open. Het echtpaar werd binnengelaten.
Scheepstra stond buiten in de buurt van de voordeur en telkens als hij zijn hoed oplichtte gingen twee van zijn mannen naar binnen door de deur die door Petertje al was geopend. Onder bedreiging van hun pistolen leidde het domineesechtpaar directeur Bakker, zijn vrouw, hun zoon en de moeder van Bakker naar de huiskamer en vertelden hen wat ze kwamen doen. Dat had als resultaat dat Johannes ter Horst en Geert Schoonman ‒ onder protest van de directeur ‒ de sleutels van de toegang tot de gevangenis kregen toegeworpen. Ondertussen kwamen de KP’ers steeds twee aan twee naar binnen.
De ploeg beschikte over een goede plattegrond, die zij hadden gekregen van Joop van Veldhoven, bibliothecaris van zowel de Koepelgevangenis als het Huis van Bewaring. Van Veldhoven was hen ook al van dienst geweest bij de bevrijdingsactie uit de Koepelgevangenis. Ook was hij de man die de groep attent had gemaakt op de mogelijkheid om de gevangenis via de naastgelegen directeurswoning binnen te komen. Dankzij de plattegrond wisten ze precies waar de telefoons zich bevonden; die werden meteen onklaar gemaakt. De bewakers die met zijn allen zaten te eten werden, evenals de familie Bakker, in een cel opgesloten. De bewakers lieten zich gewillig opsluiten en overhandigden de sleutels van de cellen. Een bewaker ging mee om de cellen van de verzetsmensen aan te wijzen. Ze vonden Zwarts geboeid en geketend in cel 42 op de bovenste ring. De bewaker daar werkte ook weer goed mee en wierp de KP-leden al spontaan de sleutels toe. De cellen van meer dan honderd gevangenen werden geopend.

Proudly powered by WordPress | Theme: Baskerville 2 by Anders Noren.

Up ↑